Uitdrukkingen met “elkaar”

in elkaar zetten – (=assembleren); to assemble
bij elkaar komen – to gather; to come together
voor elkaar krijgen – to succeed, to accomplish; to fix


met elkaar in botsing komen – collide with one another, run into one another
geld bij elkaar schrapen – scrape money together

De basis van het rekenen

A brief summary of the arithmetics in Dutch. Based on nl.wikipedia.org/wiki/Rekenen and examples from vandale.nl

machtsverheffen – raise to the power
worteltrekken – extraction of the root(s)

vermenigvuldigen – multiply
delen – divide
optellen – add
aftrekken – subtract


Examples:

  • honderd delen door tien – divide one hundred by ten
  • vermenigvuldig dat getal met 8 – multiply that number by 8
  • twee getallen (bij elkaar) optellen – add up two numbers
  • als je acht van veertien aftrekt houd je zes over – if you take eight from fourteen you have six left

mogen

I found out that the verb “mogen” has three possible forms of past participle:

infinitive: mogen
imperfect: mocht / mochten
past participle: gemogen / gemocht / gemoogd 

Most people prefer to use gemogen, but all the three forms are valid and in use.


Based on “Dutch: A Comprehensive Grammar” by Bruce Donaldson.

A while; some time

een tijdje geleden — some time ago
over een tijdje — in a little while
voor een tijdje — for a while

Ik zoek al een tijdje naar een baan.
I’ve been looking for a job for some time

Hij is hier een tijdje gebleven.
He stayed here for a while.

Het is een tijdje geleden maar ik kon je niet vergeten
It’s been a while but I couldn’t forget you

Source (and more examples):  mijnwoordenboek.nl