redelijk – reasonable, reasonably, rather
klinken – to sound (die naam klinkt me bekend – that name sounds familiar to me)
geweldig – 1. awesome, great 2.tremendous, enormous 3. terrific, fantastic, wonderful
ongeveer – more or less, around, about, roughly.
Dat is het – That’s it.
Mijn weekend was gevuld met drank. – My weekend was filled with booze.
Er werd veel gedronken – There was much drinking.
vullen – to fill (up)
de wetenschap – science
politiek wetenschappen – political sciences
Q:
1. Waneer ben jij hier naartoe gekomen?
2. Waneer ben jij hierheen gekomen?
A: Ik ben drie jaar geleden hier naartoe gekomen.
geleden – ago, back, before, previously, earlier
hierheen – here, over here, this way.
Waarom wou je Nederlands studeren?
Waarom wilde je Nederlands studeren?
Ik ga proberen je te helpen met je Nederlands.
Q: Vind je het Nederlands een moeilijke taal?
A:
1. Ik vind het Nederlands niet moeilijk.
2. Ik vind het Nederlands geen moeilijke taal.
Q: Hoe lang zul je in … wonen?
A: Mijn studies duren nog drie jaar, maar wat daarna komt wet ik nog niet.
Q: Aan welke universiteit studeer je?
A: Ik studeer aan de universiteit van …, niet die in M…., maar de universiteit op N…straat.
Q: Ken je Tom?
A: Ik ken Tom niet, maar ik ken wel andere mensen, die Nederlands spreken vooral Vlamingen en een van hen is een ex collega van me (van mij).
collega (kollega) – workmate
vooral – especially, particularly
Vlaming – Fleming
Q: Hoe lang denk je in … te blijven?
A:
1. Ik denk dat ik in … blijf voor minstens twee jaar.
2. Ik denk dat ik voor minstens twee jaar in … blijf.
tenminste – at least
minstens – at least